Geniale ideeën. Waar komen ze vandaan, en hoe krijg je ze?

John Cleese zei het al in de jaren '80; creativiteit is geen talent dat voor enkelen is weggelegd. Het is een vaardigheid, iets waar je met oefening steeds beter in wordt. Hij noemt het ook wel 'the ability to play'; ons vermogen om te spelen. 

Je hebt er tijd en ruimte voor nodig. Vervolgens moet je geen specifiek doel voor ogen hebben, en niet bang zijn om fouten te maken. Je moet gaan spelen. Lanterfanten. Ontspannen experimenteren en gewoon maar je impulsen volgen. Op die momenten ontstaan ze; geniale ideeën. Is het magie? Nee, creativiteit!

Het is een beetje een schrikbeeld"; rijen kinderen, keurig opgesteld achter hun tafels, met hun neus boven een Cito toets. Natuurlijk moet kennis aantoonbaar gemaakt worden, en een toets op zijn tijd is daar hét middel voor. Maar hoeveel tijd besteden Nederlandse kinderen aan toetsen, en hoeveel tijd aan levenslessen? 

Scholae. In het Latijn liggen de woorden voor 'school' en 'vrije tijd' heel dicht bij elkaar. School = vrije tijd. Nou, vroeger misschien! Maar wat zou het mooi zijn als er op alle scholen in Nederland ook tijd was om te experimenteren en te onderzoeken. En af en toe ook stiekem wat te lanterfanten.